We kwamen aan bij een hofje dat al 300 jaar oud was, er stonden mooie tulpen en er was een oud pompje.
Om de mooie tuin stonde huisjes en 11 daarvan waren bewoond.
Toen kwam er een man en die was de baas va het museum, hij legde wat dingen uit zoals: dat er in de huizen om het hofje vroeger vrouwen woonden die weduwe waren en niet genoeg geld hadden om een huis te kopen.
Toen mochten we even rond lopen ,toen hij rinkelde met een bel moesten we twee aan twee in een rij.
de groep splitste op, toen kwam er een aardige mevrouw die ons rond zou leiden en ze begeleiden ons naar een steile trap.
toen we boven waren stonden we in een oude herberg, de mevrouw ging achter de bar staan en achter haar stond een hele grote kast met allenmaal glazen en ouden flessen.
de mevrouw vertelde dat die kast van een mevrouw ene Katrien, zij had vroeger ook een herberg.
er was ook een mannetje met een zaag en als het laat was waren er veel mensen en als die dronken waren ging het zaagmannetje zagen, als het mannetje ophield met zagen moesten alle mensen naar huis.
hierna gingen we naar een winkeltje, de vrouw vertelden dat alles vroeger los verkocht werd.
we zagen allenmaal ouden verpakkingen en een oude kassa.
vroeger toen oma en opa op bezoek kwamen kregen die een koek 1 voor opa en 1 voor oma de kinderen kregen ook een koek maar als er 6 kinderen waren moesten die de koek delen en als er 12 waren nou dan had je helemaal weinig.
vroeger kregen kinderen soms een cent en dan gingen ze snoep kopen.
er was een wijzer en dan draaide het kind er aan en stopte de wijzer op het snoepje dat het kind dan gekozen had.
daarna gingen we naar een oude klas, er waren zelfs nog ouderwetse schoolbanken.
als een kind stout was moest dat kind op zijn knieƫn op een heel smal en klein krukje gaan zitten.
daarna gingen we naar de overkant daar was een oud kamertje met allenmaal oud speelgoed.
we zagen oude poppen, oude knikkers, oude tollen en een slee.
de mevrouw vertelde dat er vroeger niet veel kinderen waren die veel speelgoed hadden alleen rijke kinderen hadden een mooie slee en mooie poppen.
toen kwamen we bij de brandweer, er was een pomp en een oude helm.
de mevrouw vertelde dat de brandweer vroeger niet zo goed was.
eerst moesten de slangen in de sloot en toen moesten ze pompen, in die tijd dat de brandweer aan het pompen was brandde de boerderij af en kon de brandweer alleen nog maar het vuur doven.
toen kwamen bij de schilder, we zagen behang en verf en olie.
de mevrouw vertelde dat de schilder ook behanger was en hij zetten ook ramen.
de olie gebruikte hij voor zijn verf zo kon hij het spul maken hij was er heel zuinig op.
toen kwamen we aan bij de smid.
we zagen sier dingen en hoef ijzers.
de mevrouw vertelde dat als iemand smid wou worden een heel moeilijk examen afleggen.
de jongeman moest halve en hele hoefijzers maken maar hij moest ook dingen voor de sier maken.
Lotte
Wat een mooi geschreven verslag met veel en goede details en beschrijvingen.
BeantwoordenVerwijderenKnap gedaan Lotte!
Dank je wel voor je lieve reactie, Marita.
VerwijderenGroetjes, Anita